Raadhuis Bodegraven

In de beginjaren werden door bureau ir. K.F.G. Spruit, de grondlegger van JHK Architecten, enkele zeer modernistische gebouwen ontworpen. Een mooi voorbeeld van dergelijke architectuur vormde het Raadhuis van Bodegraven. Na jaren van uitstel kreeg Bodegraven in 1967 eindelijk een nieuw gemeentehuis midden op de oude Kaasmarkt. Centraal in het ontwerp stond openheid; de burger moest met de gemeente verbonden worden.

Al in 1924 werd gepleit om het te kleine gemeentehuis uit 1871 te vervangen. De gemeente kende een snelle groei en het oude gemeentehuis was in slechte staat. Onenigheid, strenge landelijke richtlijnen en de oorlog zorgden er echter voor dat pas in 1961 werd besloten om een nieuw raadhuis te bouwen. Door de ingestelde jury werd het ontwerp van ir. K.F.G. Spruit gekozen.

Door de beperkte terreinoppervlakte werd een compacte bouwmassa gerealiseerd: een aaneenschakeling van steeds kleiner en meer besloten wordende ruimtes. De openheid van het plein, ging na de toegangstrap over op een verhoogd voorplein van waar de hoofdingang bereikt kon worden. Deze leidde naar de centrale hal waaromheen de belangrijkste publieke ruimten, zoals het gemeenteloket en de trouwzaal, waren gerangschikt. In het trappenhuis bij de centrale hal, werd de eenheid van de verdiepingen versterkt door een met een blokpatroon beklede betonwand. Via de centrale trap, was de in het souterrain onder het voorplein gelegen burgerzaal te bereiken, waarnaast ook de technische installaties en archieven waren gehuisvest. Op de eerste verdieping bevonden zich de raadzaal en de vertrekken van de burgermeester en wethouders.

Ondanks de ruime opzet bleek het gebouw in de jaren '80 het groeiende ambtelijk apparaat niet meer efficiƫnt te kunnen huisvesten. Een eventuele uitbreiding werd onderzocht, maar vanwege achterstallig onderhoud bleek nieuwbouw financieel gunstiger. In 1995 is het door Spruit ontworpen raadhuis gesloopt. Deze werd vervangen door een nieuw gemeentehuis naar een ontwerp van prof. ir. W.G. Quist.